druif Foto Lemberger druifBlaufränkisch wordt steeds meer aangeplant. Deze druif is in Württemberg en de Pfalz te vinden. 

Geschiedenis

De naam Blaufränkisch of Lemberger stamt uit het begin van de 19de eeuw. Napoleontische soldaten die door Midden-Europa trokken, waren verzot op de wijn. Ze betaalden de lokale wijnboeren met blauwe bankbiljetten van het Franse leger.

De laat rijpende Blaufränkisch stamt naar alle waarschijnlijkheid uit wijngaarden langs de benedenloop van de Donau. In de tweede helft van de 18e eeuw wordt de aanwezigheid van Lemberger in Oostenrijk vermeld. Daar groeit hij ook nu nog in het Burgenland en bij Wenen onder de naam Blaufränkisch, terwijl hij in Hongarije Kékfrankos heet. In de 19e eeuw werd in het toenmalige koninkrijk Württemberg geijverd voor de terugdringing van inferieure druiven en de verspreiding van edele rassen, waaronder de Lemberger. De Württembergse Lemberger was de huiswijn van de eerste Bondspresident Theodor Heuss. Ook vorst Bismarck en Napoleon schijnen hem graag te hebben gedronken.

In 2006 stond de Blaufränkisch al op ruim 1650 hectare aangeplant, vrijwel uitsluitend in Württemberg (aandeel van 13%). Sinds een aantal jaren is deze druif ook meer te zien in de Pfalz, in kleine hoeveelheden maar van uitstekende kwaliteit.

In de wijngaard

De Blaufränkisch vraagt om warmte en beschutting, omdat hij vroeg uitloopt en laat rijpt. Hij stelt de hoogste eisen aan de ligging en wat minder aan de bodem. Blaufränkisch gedijt het best op diepe, vruchtbare leembodems. Zijn opbrengst is van gemiddelde omvang. In zeer goede wijngaarden in de Pfalz en Württembergse worden wijnen van topkwaliteit geproduceerd. De mineralige bodem van de wijngaarden in Oostenrijk en Hongarije geeft ze een specifiek 'aards karakter'.

Van druif naar wijn

Blaufränkisch komt in verschillende varianten op de markt. Zo zijn er enerzijds lichtere, fruitige versies, anderzijds volle en tanninerijke versies op basis van Spät- en Auslesekwaliteit. De wijnen zijn meestal intens zwartrood. Een goede zuurgraad en tannine maken de pittige Blaufränkisch lang houdbaar. Opvoeding op het houten geeft deze wijn nog een extra demensie. Bij gebruik van barriques krijgt de wijn een zuidelijke charme en warmte.

In het glas

Krachtig aroma dat doet denken aan bramen, kersen, pruimen, zwarte bessen, kruisbessen, vlierbessen, banaan en cacao. Ook herkenbaar zijn plantaardige tonen, die aan groene bonen of groene paprika doen denken. Blaufränkisch is geschikt als aperitief en bij een zomerse barbecue. Tanninerijke wijnen passen goed bij boerenpaté, grillgerechten, uientaart, gebraden gevogelte, wild, stoofschotels, lam, warme rosbief, blauwschimmelkaas, feta en rijpe bergkaas.