druif spaetburgunderDornfelder is een Duitse kruising uit 1956 met als grootouders Portugieser, Blaufränkisch, Frühburgunder en Vernatsch. 

 

Vooral in Rheinhessen en in de Pfalz wordt deze wijn op grote schaal geproduceerd. Dornfelder is uitgegroeid tot een klassieker onder de Duitse rode wijnen en mag zich sinds jaren verheugen in een enorme vraag. Nationaal geniet Dornfelder veel bekendheid maar in het buitenland is dit minder het geval.

Geschiedenis

De Dornfelder is de meest succesvolle Duitse kruising voor rode wijndruiven. Zijn wortels liggen in Württemberg, in de plaats Weinsberg. Daar gaf wijnbouwdeskundige Imanuel Dornfeld de aanzet tot het stichten van de plaatselijke wijnbouwschool. August Herold – die leefde van 1902 tot 1973 – kweekte er in 1955 al de Dornfelder. Het duurde een jaar of wat vooraleer het ras erkenning vond bij de wijnboeren. Aanvankelijk werd het gebruikt voor zogeheten ’Deckrotwein’ om lichte rode wijnen een wat donkerder kleur te kunnen geven, totdat men het ware potentieel van de Dornfelder ontdekte.

Tegenwoordig bedraagt de aanplant 8200 hectare, wat neerkomt op meer dan 8% van de Duitse wijngaarden. Bij de rassen voor rode wijn wordt alleen Spätburgunder nog vaker aangeplant. De Duitse Dornfelder vond de meeste weerklank bij wijnboeren in de Pfalz en Rheinhessen (met telkens ruim 3000 hectare), maar daarnaast is het ras ook in de meeste andere gebieden te vinden. In de Pfalz en aan de Nahe, in Rheinhessen en in Württemberg behoort de Dornfelder tot de Classic-druiven.  De druif doet het ook goed in het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten van Amerika.

In de wijngaard

De Dornfelder is een robuuste, weinig gevoelige druif. Wanneer men de groeikracht niet intoomt, neigt hij ertoe om grote opbrengsten te leveren. Daarom verwijderen veel boeren aan het begin van de rijpingsperiode trossen om de opbrengst te reduceren en daarmee de concentratie in de overblijvende trossen te stimuleren. De trossen zijn niet al te compact en hebben daarom weinig last van rotting. Dornfelder stelt wel vrij hoge eisen aan de bodem. Zandige of stenige bodems zijn niet geschikt, evenmin als wijngaarden met vorstgevaar.

Van druif naar wijn

De Dornfelder druif wordt voornamelijk verwerkt tot droge rode wijn, soms tot halfdroge of liebliche (halfzoet) exemplaren. Er bestaan twee duidelijk verschillende stijlen. De ene benadrukt de intense fruitaroma’s van amarenekersen, bramen en vlierbessen en komt jong op de markt. Andere producenten voeden de Dornfelder op in grote of kleine houten vaten en benadrukken meer de tannine en de structuur van de wijn met wat minder fruitaroma’s. Meestal gaat het daarbij om stevige maar soepele en harmonieuze wijnen. Dornfelder is aan zijn diepdonkere kleur al makkelijk te herkennen. Sekt of rosé van Dornfelder zijn er wel maar eerder zeldzaam. Ook wordt deze druif wel gebruikt als tafeldruif maar uitsluitend in de gebieden waar ze wordt verbouwd.

In het glas

Dornfelders zijn evenals andere krachtige rode wijnen ideaal voor herfst en winter, vooral wanneer ze wat rijping hebben gehad. De kleur is donkerrood door de stevige teintuur in de schil. Deze wijnen zijn breed inzetbaar op het gebied van spijs maar doen het ook als aperatief heel goed. De tannines zijn over het algemeen niet overheersend aanwezig. De Dornfelders die op houten vat zijn gerijpt passen uitstekend bij allerlei soorten wild en pittige vleesgerechten en kaas. De jonge, fruitige versies, in de zomer zelfs licht gekoeld, zijn uitstekende terraswijnen.